Belgium

Update december 2023:

In september 2023 heeft de Belgische regering een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de invoering van een nieuw verblijfsrecht voor staatlozen. Deze tekst wordt momenteel besproken in het parlement en zou in januari 2023 moeten worden aangenomen. Het wetsontwerp stelt voor om een nieuwe administratieve procedure in te voeren voor het vaststellen van staatloosheid die zou leiden tot een verblijfsrecht, terwijl de huidige gerechtelijke procedure zou worden gehandhaafd. Hoewel de invoering van een verblijfsvergunning voor staatlozen welkom is, bevat het huidige voorstel een aantal zorgwekkende elementen, zoals het opleggen van voorwaarden die verder gaan dan het Verdrag van 1954 en de UNHCR-richtlijnen, en het creëren van een complex en onduidelijk mechanisme dat niet in overeenstemming is met de internationale verplichtingen van België. ENS en NANSEN hebben een gezamenlijk advies gepubliceerd waarin het ontwerp wordt geanalyseerd.

Sinds augustus zijn er berichten dat verschillende gemeenten instructies hebben ontvangen van de Dienst Vreemdelingenzaken om de Belgische nationaliteit in te trekken van kinderen die in België zijn geboren uit Palestijnse ouders, die deze hadden verkregen op basis van het feit dat ze anders staatloos waren (artikel 10 Wetboek van de Belgische nationaliteit). De instructies van de Dienst Vreemdelingenzaken worden door ervaren juristen als onwettig beschouwd, aangezien de Dienst geen bevoegdheid ter zake heeft.

De informatie hieronder werd voor het laatst bijgewerkt in februari 2023. Een volledige update van deze pagina zal beschikbaar zijn in 2024.

België heeft relatief goede resultaten wat betreft de toetreding tot relevante mensenrechteninstrumenten, maar het heeft verklaringen ingediend bij het Verdrag van 1961, die de reikwijdte van sommige bepalingen ter voorkoming van staatloosheid beperken, en het is niet toegetreden tot de relevante verdragen van de Raad van Europa. Er zijn enkele gegevens over de staatloze bevolking beschikbaar en er zijn enkele verbeteringen gerealiseerd, maar er zijn nog steeds een aantal hiaten. Staatloosheid kan worden vastgesteld via een gerechtelijke procedure, maar deze mist procedurele regels en waarborgen, de bewijslast en -norm voldoen niet aan internationale standaarden, en erkenning van staatloosheid door de rechtbank leidt momenteel niet tot een verblijfsvergunning of tot aanvullende rechten. In 2021 beloofde de regering verblijfsvergunningen voor staatlozen in te voeren en er is een raadplegingsproces gestart, maar in februari 2023 is er geen informatie over wanneer of hoe deze toezeggingen zullen worden nagekomen.

Er zijn ook hiaten in de waarborgen om willekeurige detentie van staatlozen te voorkomen en mensen die worden vrijgelaten uit detentie krijgen geen identificatiedocumenten of rechten.

De Belgische wetgeving bevat een aantal waarborgen om staatloosheid te voorkomen en te beperken, waaronder een bepaling om automatisch de nationaliteit toe te kennen aan anders staatloze kinderen die op het grondgebied geboren worden, maar er zijn problemen met de werking hiervan in de praktijk. Er is een bepaling over vondelingen, maar die is alleen van toepassing op  pasgeboren kinderen. Er kan een risico op staatloosheid bestaan in adoptieprocedures als gevolg van de regels over het verlies en de verkrijging van de Belgische nationaliteit. Hoewel alle geboorten in België moeten worden geregistreerd, ongeacht de status van de ouders, moeten ambtenaren mensen zonder papieren aangeven bij de Dienst Vreemdelingenzaken, wat sommige mensen zonder papieren ervan kan weerhouden de geboorte van hun kinderen aan te geven. Ouders moeten bovendien legaal in België verblijven om een kind vervolgens in te schrijven in het Belgische Rijksregister, wat een voorwaarde is voor toegang tot veel rechten, waaronder volledige toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Wat verlies en ontneming van nationaliteit betreft, zijn er in de meeste gevallen waarborgen om staatloosheid te voorkomen, behalve wanneer de nationaliteit door fraude is verkregen.

Laatst bijgewerkt: 
feb 2023
Landenexpert(s): 

Valérie Klein and Julie Lejeune, NANSEN

Aanvullende middelen

Evaluatietoets

++Positief
+ Redelijk positief
+-Positief en negatief
- Redelijk negatief
--Negatief

Aanvullende info

-Normen en good practices

 

Internationale en regionale instrumenten

Evalueert of landen partij zijn bij de relevante internationale en regionale instrumenten, inclusief of voorbehouden invloed hebben op staatloosheid, en of de instrumenten zijn opgenomen in de nationale wetgeving. De vier belangrijkste verdragen over staatloosheid (Verdrag betreffende de status van staatlozen uit 1954; Verdrag tot beperking der staatloosheid uit 1961; Europees Verdrag inzake nationaliteit; Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen van staatloosheid met betrekking tot statenopvolging) wegen bij de beoordeling zwaarder dan andere relevante mensenrechteninstrumenten.

België is als staat partij bij zowel het Staatloosheidsverdrag van 1954 als dat van 1961, hoewel het bij de toetreding tot het verdrag van 1961 verklaringen heeft afgelegd met betrekking tot vondelingen en het intrekken van de nationaliteit. België is niet toegetreden tot de relevante verdragen van de Raad van Europa, het Europees Verdrag inzake nationaliteit en het Verdrag inzake het voorkomen van staatloosheid met betrekking tot statenopvolging. Het is echter wel partij bij de meeste andere relevante mensenrechteninstrumenten, met uitzondering van de Internationale Conventie inzake de bescherming van de rechten van alle arbeidsmigranten en hun gezinsleden.

  • België is partij bij het Verdrag van 1954 zonder voorbehoud en het verdrag heeft rechtstreekse werking.
  • België is partij bij het Verdrag van 1961 en het verdrag heeft rechtstreekse werking. 
  • België heeft bij de toetreding tot het verdrag twee verklaringen afgelegd waarin het duidelijk maakt dat het van mening is dat de bepaling inzake vondelingen alleen van toepassing is op 'pasgeborenen'; en dat het zich het recht voorbehoudt om mensen in bepaalde omstandigheden de Belgische nationaliteit te ontnemen.
  • België is partij bij de meeste relevante internationale en regionale mensenrechtenverdragen en is gebonden door de EU-Terugkeerrichtlijn. 
  • België is echter geen partij bij de verdragen van de Raad van Europa betreffende staatloosheid, zijnde het Europees Verdrag inzake nationaliteit en het Europees Verdrag inzake het voorkomen van staatloosheid met betrekking tot statenopvolging; evenmin is België partij bij de Internationale Conventie inzake de bescherming van de rechten van alle arbeidsmigranten en hun gezinsleden.
  • België is partij bij alle andere relevante mensenrechtenverdragen zonder voorbehoud met een impact op staatloosheid, hoewel het bij de ratificatie van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind een interpretatieve verklaring heeft gevoegd waarin het stelt dat de opvatting van België over non-discriminatie op grond van nationale afkomst niet de verplichting inhoudt om vreemdelingen automatisch dezelfde rechten te garanderen als eigen onderdanen.

Gegevens staatloze bevolking

Onderzoekt de beschikbaarheid en bronnen van opgesplitste bevolkingsgegevens over staatloosheid. Geeft recente cijfers en beoordeelt de betrouwbaarheid van maatregelen die landen hebben genomen om staatlozen te tellen, waaronder in de volkstelling, bevolkingsregisters en migratiedatabases. Geeft aan of staatloosheid in het land in kaart is gebracht en of er effectieve maatregelen zijn om staatlozen in detentie te tellen.

Er zijn enkele gegevens beschikbaar over de staatloze bevolking in België en UNHCR publiceerde in 2012 een studie die staatloosheid in het land in kaart brengt. Het Belgische Rijksregister registreert mensen die erkend zijn als staatloos en die een langdurige verblijfsvergunning hebben gekregen in het land, maar het bevat ook categorieën die kunnen overlappen met 'staatloos' en het telt niet de personen die wachten op de vaststelling van hun staatloosheid, die erkend zijn als staatloos maar geen verblijfsvergunning hebben gekregen, staatlozen die een kortlopende verblijfsvergunning hebben, noch personen die erkend zijn als staatloos in de asielprocedure. Verzoekers om internationale bescherming worden apart geregistreerd binnen het Rijksregister, namelijk in het wachtregister,  en cijfers over het aantal 'staatloze' verzoekers om internationale bescherming per maand worden gerapporteerd aan Eurostat. De Belgische Dienst Vreemdelingenzaken verzamelt een aantal gegevens over de nationaliteit van mensen in immigratiedetentie, maar deze cijfers worden niet routinematig gepubliceerd.

  • België heeft een categorie 'staatlozen' in  het Rijksregister, waarin mensen worden geregistreerd die als staatloos zijn erkend en die een langdurige verblijfsvergunning in België hebben gekregen. Er zijn ook cijfers beschikbaar over staatloze vluchtelingen. De laatste beschikbare cijfers dateren van januari 2021, toen er 884 staatlozen met een langdurig verblijf en 143 staatloze vluchtelingen in het Rijksregister geregistreerd waren. De gegevens zijn onderverdeeld naar geslacht en leeftijd. 
  • Het Rijksregister omvat categorieën die kunnen overlappen met 'staatlozen', bijvoorbeeld 'onbepaalde nationaliteit' (25.622 personen in januari 2021) en 'Palestijnse Autoriteit' (3.341 personen in januari 2021). 
  • Er zijn ook groepen staatlozen die niet worden meegeteld in de gegevens van het Rijksregister, bijvoorbeeld mensen die wachten op de vaststelling van hun staatloosheid, mensen die als staatloos zijn erkend maar geen verblijfsvergunning hebben gekregen, staatlozen die een kortlopende verblijfsvergunning hebben en staatlozen in de asielprocedure. Verzoekers om internationale bescherming worden apart geregistreerd binnen het Rijksregister, namelijk in het wachtregister, zoals vereist door EUROSTAT. Er zijn cijfers beschikbaar over het aantal asielzoekers dat per maand als 'staatloos' wordt geregistreerd door de Belgische autoriteiten.
  • In 2012 publiceerde UNHCR een studie waarin staatloosheid in België in kaart werd gebracht. De laatste schatting van de omvang van de staatloze bevolking onder UNHCR mandaat in België is 1.178 mensen (in 2021). Dit is aanzienlijk minder dan voorgaande jaren, voornamelijk als gevolg van een verandering in de meetcriteria, aangezien personen die door de Belgische autoriteiten als "van onbepaalde nationaliteit" worden geregistreerd niet langer in deze cijfers zijn opgenomen.
  • De Belgische Dienst Vreemdelingenzaken (Office des étrangers/Immigration Office) publiceert niet routinematig cijfers over staatlozen in immigratiedetentie, hoewel er enkele cijfers zijn verstrekt in antwoord op parlementaire vragen, wat impliceert dat de Dienst intern gegevens bijhoudt over staatlozen in detentie; de cijfers zijn echter alleen op verzoek beschikbaar.

Vaststelling van staatloosheid en status

Gaat na of landen een definitie van staatloze hebben in hun nationale wetgeving die overeenkomt met het Verdrag van 1954 en of ze een speciale vaststellingsprocedure voor staatloosheid hebben die leidt tot een speciale staatloze status. Als er geen speciale vaststellingsprocedure voor staatloosheid is, wordt beoordeeld of er andere procedures zijn waarmee staatloosheid kan worden vastgesteld of andere routes waarlangs staatlozen hun verblijf kunnen regulariseren of toegang kunnen krijgen tot hun rechten. Landen worden onderverdeeld in drie groepen om een vergelijking mogelijk te maken tussen landen met een speciale vaststellingsprocedure voor staatloosheid die leidt tot bescherming, landen met andere procedures en landen met een staatloze status maar zonder duidelijk mechanisme om toegang te krijgen tot bescherming. De bestaande procedures voor en toegekende rechten aan staatlozen worden onderzocht en getoetst aan internationale normen en goede praktijken.

Er is geen definitie van een staatloze in de Belgische wet, maar aangezien het Verdrag van 1954 rechtstreekse werking heeft, is de definitie van het Verdrag van toepassing. Er bestaat een gerechtelijke procedure waarmee staatloosheid kan worden vastgesteld door de familierechtbanken in België, maar er zijn geen specifieke procedurele waarborgen of regels van kracht en een persoon die als staatloos wordt erkend, ontleent hier geen extra rechten aan. De toegang tot de procedure wordt niet vereenvoudigd, de bewijslast ligt bij de aanvrager, de bewijsstandaard is onduidelijk en er zijn geen duidelijke richtlijnen voor besluitvormers. Er zijn enkele procedurele waarborgen, maar zeer beperkte bescherming tijdens de procedure, zodat aanvragers het risico lopen op detentie en uitzetting. Erkenning als staatloze leidt niet automatisch tot verblijf, hoewel een verblijfsvergunning kan worden verleend als aan andere voorwaarden  is voldaan. Zonder verblijfsvergunning zijn alleen dringende gezondheidszorg en toegang tot onderwijs voor minderjarigen gegarandeerd. Beperkte toegang tot huisvesting in asielopvangvoorzieningen  is beschikbaar in specifieke omstandigheden en toegang tot een minimumuitkering is mogelijk op aanvraag. In 2021 beloofde de regering verblijfsvergunningen voor staatlozen in te voeren en er is een raadplegingsproces gestart, maar in februari 2023 is er geen informatie over wanneer of hoe deze beloften zullen worden nagekomen.

  • Er is geen definitie van een staatloze in de Belgische wetgeving; aangezien het Verdrag van 1954 echter rechtstreekse werking heeft, wordt de definitie van het Verdrag toegepast.
  • UNHCR geeft ad hoc training aan familierechters (in samenwerking met het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding), openbaar aanklagers en lokale ambtenaren van de burgerlijke stand.
  • NANSEN organiseert regelmatig peer-support en uitwisseling van informatie voor advocaten gespecialiseerd in immigratierecht, inclusief staatloosheid. UNHCR organiseert op ad-hocbasis trainingen voor advocaten .
  • Er wordt niet routinematig training gegeven aan verschillende overheidsinstanties over staatloosheid en relevante procedures.
  • België heeft een gerechtelijke procedure waarmee staatloosheid kan worden vastgesteld door een van de zes familierechtbanken. 
  • Er zijn echter geen specifieke procedurele waarborgen of regels van kracht en een persoon die als staatloos wordt erkend onder de gerechtelijke procedure ontleent geen extra rechten (naast de rechten die toegankelijk zijn voor migranten zonder papieren) aan deze erkenning.
  • België heeft een gerechtelijke procedure waarmee staatloosheid kan worden vastgesteld door een van de zes familierechtbanken. Erkenning van staatloosheid leidt echter niet tot enige bescherming of rechten.
  • Mensen van wie de staatloosheid niet door een rechtbank is vastgesteld, kunnen in theorie gezinshereniging aanvragen als ze familieleden in België hebben, of kunnen een machtiging tot verblijf op humanitaire gronden aanvragen. In de praktijk is dit echter moeilijk als ze geen identiteitspapieren en documenten van de burgerlijke stand hebben, en er zijn geen wettelijke criteria voor een humanitair verblijf. 
  • De Belgische regering heeft op de High-Level Officials Meeting in het kader van het Global Refugee Forum in december 2021 toegezegd om verblijfsvergunningen voor staatlozen in te voeren. De regering bereidt voorstellen voor om een hervorming in te voeren, maar er zijn nog geen aanwijzingen over de inhoud van de hervorming.
  • Staatloosheid kan ook worden vastgesteld tijdens de asielprocedure en staatloze asielzoekers worden soms doorverwezen naar de gerechtelijke procedure om hun staatloosheid vast te stellen.
  • Vorderingen inzake staatloosheid zijn tot op zekere hoogte gecentraliseerd, omdat ze door zes familierechtbanken in het hele land worden behandeld. De rechtbanken hebben echter beperkte  expertise in het vaststellen van staatloosheid.
  • Er bestaan geen instructies over hoe een vordering tot erkenning van staatloosheid ingediend moet worden . Verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend in de taal van de bevoegde rechtbank en in de vorm van een eenzijdig verzoekschrift, dat zeer formeel is en verschillende technische juridische informatie vereist, zoals het onderwerp van het verzoekschrift en de jurisdictie. De hulp van een gekwalificeerde advocaat is nodig om het verzoekschrift enige kans van slagen te geven. Er is een kostprijs van 165 euro, die kan worden kwijtgescholden als de aanvrager over onvoldoende financiële middelen beschikt.  
  • Er is geen tijdslimiet, noch een vereiste voor rechtmatig verblijf  en de rechtbank is verplicht om een verzoek in overweging te nemen, maar alleen als de indiening geldig is (d.w.z. correct formaat, taal, technische aspecten).
  • Er is geen garantie ingebouwd dat de Belgische autoriteiten ambtshalve een procedure kunnen opstarten en er zijn ook geen verwijzingsmechanismen, hoewel lokale autoriteiten mensen met een onbepaalde nationaliteit kunnen adviseren om op ad-hocbasis een verzoek tot vaststelling van staatloosheid in te dienen.
  • Volgens de wet en in de praktijk rust de bewijslast op de verzoeker, hoewel de openbare aanklager in zeer uitzonderlijke gevallen navraag kan doen bij consulaire autoriteiten in zijn adviserende rol in de procedure.
  • Er zijn geen duidelijke richtlijnen voor besluitvormers en de bewijslast is onduidelijk, hoewel in de jurisprudentie aanvaard wordt dat onderzoek naar de nationaliteitsstatus van een persoon kan worden beperkt tot staten waarmee de aanvragers relevante banden hebben. 
  • Er zijn geen specifieke maatregelen om gelijkheid in besluitvorming voor vrouwen, kinderen of andere groepen te garanderen, alhoewel algemene wettelijke bepalingen inzake non-discriminatie van toepassing zijn.
  • Er is gratis rechtsbijstand beschikbaar voor aanvragers die over onvoldoende financiële middelen beschikken, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Er is echter geen  vermoeden dat aanvragers, voor het bepalen van staatloosheid, over onvoldoende financiële middelen beschikken (zoals in het geval van verzoekers om internationale bescherming), en er zijn in de praktijk belemmeringen voor de toegang tot gratis rechtsbijstand. 
  • De familierechter kan de verzoeker uitnodigen voor een hoorzitting en in de praktijk gebeurt dat meestal ook. Dit heeft echter niet dezelfde procedurele waarborgen als een verhoor buiten de context van de rechtbank.
  • Er is geen vast tijdschema voor de procedure in de wet of het beleid, en het lijkt per rechtbank te verschillen, maar gemiddeld duurt het ongeveer een jaar.
    Kosteloze tolkdiensten zijn niet automatisch. De advocaat van de aanvrager kan vertaling en een tolk aanvragen en verzoeken dat de kosten door de staat worden gedekt als de aanvrager over onvoldoende financiële middelen beschikt.
  • Beslissingen (vonnissen) worden schriftelijk en met redenen toegelicht.
  • Er is een automatisch recht op beroep, maar het normale tarief voor gerechtelijke beroepen wordt toegepast; momenteel is dat 400 euro.
  • Kwaliteitscontroles van de procedure worden niet routinematig uitgevoerd. In 2017 stelde de regering voor om de centralisatie van de bevoegdheid voor het vaststellen van staatloosheid te evalueren, maar dit is tot op heden nog niet gebeurd. Er zijn enkele bewijzen van fouten in de besluitvorming, met name in zaken van mensen van Palestijnse afkomst, hoewel slechts een beperkt aantal beslissingen wordt gepubliceerd. 
  • UNHCR kan een rol spelen in de procedure door toezicht te houden op en/of tussen te komen in individuele gevallen die onder haar aandacht worden gebracht
  • Aanvragers hebben niet automatisch het recht om te verblijven terwijl hun verzoek omstaatloosheid wordt beoordeeld. Aanvragers die geen verblijfsvergunning hebben op een andere basis, mogen niet werken en hebben alleen recht op dringende medische hulp op dezelfde basis als migranten zonder papieren. Ze lopen ook het risico om gedetineerd en het land uitgezet te worden omdat ze geen papieren hebben.
  • Erkenning van staatloosheid door de familierechtbanken leidt niet automatisch tot een verblijfsvergunning of verblijfsrecht , hoewel in de jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof is vastgesteld dat erkende staatlozen die aan bepaalde voorwaarden kunnen voldoen - (a) onvrijwillig hun nationaliteit hebben verloren en (b) geen wettelijk en duurzaam verblijfsrecht in een andere staat kunnen krijgen - een verblijfsvergunning van bepaalde duur kunnen krijgen.
  • In de praktijk moeten erkende staatlozen nog steeds  een machtiging tot verblijf om humanitaire redenen vragen en hiervoor bestaan er geen vastgestelde criteria. 
  • De duur van de toegekende verblijfsvergunning wordt bepaald door de Dienst Vreemdelingenzaken, maar over het algemeen wordt een verlengbare verblijfsmachtiging van beperkte duur voor één jaar verleend.
  • Andere rechten die worden toegekend aan mensen die als staatloos worden erkend, hangen af van het feit of ze een verblijfsvergunning krijgen en niet zozeer van de erkenning van staatloosheid op zich. Indien ze in het bezit zijn van een verblijfsvergunning, wordt een reisdocument afgegeven; ze komen in aanmerking voor gezinshereniging onder de algemene regeling die van toepassing is op onderdanen van derde landen; ze hebben recht op werk en onderwijs onder de algemene regeling; en ze hebben toegang tot sociale zekerheid en gezondheidszorg onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van derde landen.
  • Zonder verblijfsvergunning hebben staatlozen alleen toegang tot basis- en secundair onderwijs als ze minderjarig zijn en tot dringende gezondheidszorg. In overeenstemming met de algemene regels voor niet-EU-burgers kunnen staatlozen onder bepaalde voorwaarden aanvragen om te stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen, onder andere als ze al 5 jaar legaal en ononderbroken in België verblijven.
  • In 2021 beloofde de Belgische regering verblijfsvergunningen voor staatlozen in te voeren en inmiddels is er een raadplegingsprocedure gestart. Tot nu toe (februari 2023) is er geen gepubliceerde informatie over wanneer of hoe deze verplichtingen zullen worden nagekomen.
  • België biedt drie routes naar bescherming voor mensen die Oekraïne ontvluchten, waaronder daarvoor in aanmerking komende staatlozen: de vluchtelingenstatus, subsidiaire bescherming en tijdelijke bescherming. Staatlozen komen alleen in aanmerking voor tijdelijke bescherming als ze in Oekraïne als staatloze werden erkend of als ze in Oekraïne internationale bescherming of gelijkwaardige nationale bescherming genoten . In andere gevallen kunnen ze de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming aanvragen.
  • Personen die internationale bescherming genieten en erkende staatloze mensen in Oekraïne moeten een bewijs van hun statuut in Oekraïne en een identiteitsbewijs met foto kunnen voorleggen. Het is ook mogelijk dat ze een familierelatie, samenwonen of afhankelijkheid moeten kunnen bewijzen als ze samen met een andere rechthebbende bescherming aanvragen. Er is een zekere mate van flexibiliteit met betrekking tot de documentatievereisten en de autoriteiten  gaan van geval tot geval te werk.
  • Rechten na erkenning van tijdelijke bescherming omvatten het recht om te verblijven (gedurende één jaar); het recht om te werken; het recht op passende huisvesting; sociale bijstand; medische zorg; onderwijs voor kinderen en tijdelijk onderwijs voor volwassenen; overbrenging van gezinsleden naar een andere lidstaat voor gezinshereniging; en het recht om op elk moment asiel aan te vragen.
  • Het Oekraïne-portaal van UNHCR geeft aan dat 63.733 vluchtelingen uit Oekraïne zich hebben geregistreerd voor tijdelijke bescherming in België (sinds december 2022), maar  het gebrek aan opgesplitste gegevens maakt het onmogelijk om te weten hoeveel van hen staatlozen zijn. Anekdotisch bewijs vermeldt dat minder dan zes staatlozen tijdelijke bescherming kregen.

Detentie

Analyseert de wetgeving, het beleid en de praktijk met betrekking tot immigratiedetentie in het algemeen, maar met de nadruk op de bestaande bescherming om willekeurige detentie van staatlozen tijdens uitzettings- en uitwijzingsprocedures te voorkomen. Subthema's onderzoeken gebieden zoals de identificatie van staatloosheid en de beoordeling of er een redelijk vooruitzicht is op uitzetting, procedurele waarborgen zoals maximumtermijnen, rechterlijk toezicht en effectieve rechtsmiddelen, evenals de rechten die aan staatlozen worden toegekend bij vrijlating uit detentie en bescherming tegen heropsluiting.

Er zijn hiaten in de bescherming om willekeurige detentie van staatlozen in België te voorkomen. Er is geen mechanisme om staatloosheid te identificeren bij beslissingen om mensen op te sluiten en mensen die internationale bescherming zoeken worden routinematig vastgehouden aan de grens, ook op grond van staatloosheid. Voorafgaand aan detentie zou moeten worden vastgesteld naar welk land een uitzetting wordt voorgesteld en detentie zou alleen een laatste redmiddel mogen zijn, maar de huidige praktijk wijst anders uit. Er zijn wel enkele procedurele waarborgen, zoals een maximumtermijn en gratis rechtsbijstand, maar er is geen automatische periodieke beoordeling van detentie voor minder dan vijf maanden. Mensen die uit detentie worden vrijgelaten, krijgen geen identificatiedocumenten en hebben daarom weinig rechten. In 2020 beloofde de Belgische regering om alternatieven voor detentie effectiever te maken, de duur van detentie te beperken en de procedures voor detentie en terugkeer te verbeteren, maar sindsdien is er geen actie ondernomen.

  • De Vreemdelingenwet voorziet in detentie van asielzoekers aan de grens en op het grondgebied, alsook in detentie op het grondgebied van personen tegen wie een bevel is uitgevaardigd om het grondgebied te verlaten. Detentie van asielzoekers vindt aan de grens systematisch plaats. De wet stelt dat detentie alleen mag worden gebruikt als laatste redmiddel en dat alternatieven voor detentie moeten worden vastgesteld bij Koninklijk Besluit, maar dergelijk Koninklijk Besluit is nog niet van kracht. De Belgische regering beloofde in 2020 om alternatieven voor detentie effectief te maken. In de praktijk worden alternatieven echter meestal niet in overweging genomen voorafgaand aan de detentie.
  • In principe moet een voorgesteld land van uitzetting voorafgaand aan de detentie worden geïdentificeerd. In de praktijk kan een persoon echter worden vastgehouden op basis van een eerste (tijdelijk) besluit om het grondgebied te verlaten zonder dat er een land van uitzetting is vastgesteld , in afwachting van onderzoek en de afgifte van een nieuw "uitzettingsbesluit", met daarin wel een voorstel naar welk land wordt uitgezet.
  • Volgens de wet kan een verblijfplaats worden aangewezen voor de tijd die nodig is om een bepaalde maatregel uit te voeren; maar in de praktijk worden alternatieven voorafgaand aan detentie niet overwogen, behalve in het geval van gezinnen met minderjarige kinderen die in "terugkeerhuizen" kunnen worden vastgehouden voordat ze in gesloten gezinseenheden worden gedetineerd, hoewel dit geen echte alternatieven voor detentie zijn.
  • Er is geen specifiek mechanisme om staatlozen of mensen die het risico lopen staatloos te worden te identificeren bij beslissingen tot detentie. Mensen die internationale bescherming zoeken worden routinematig aan de grens gedetineerd, onder andere op grond van staatloosheid.
  • Verwijzing naar de gerechtelijke procedure om staatloosheid vast te stellen is een mogelijkheid, maar lange vertragingen bij het verkrijgen van een datum voor de rechtbank en het gebrek aan opschortende werking betekenen dat de persoon uitgezet kan worden voordat er een beslissing is genomen.
  • Er is geen mechanisme om de kwetsbaarheid te beoordelen voorafgaand aan de detentiebeslissing en staatloosheid staat niet vermeld als een categorie van kwetsbare personen.
  • Er is een maximumtermijn in de wet vastgelegd. Detentie is toegestaan voor een eerste periode van twee maanden. De detentie kan alleen worden verlengd als de noodzakelijke stappen voor uitzetting binnen zeven dagen na de vrijheidsberoving zijn genomen, met de nodige zorgvuldigheid, en als er een redelijk vooruitzicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn. De detentie kan door de minister met nog een maand worden verlengd, maar mag niet langer duren dan vijf maanden, behalve in gevallen van openbare orde of nationale veiligheid, dan mag detentie niet langer duren dan acht maanden.
  • De vreemdeling wordt automatisch vrijgelaten zodra de maximale detentieperiode is verstreken. Staatloosheid zou kunnen worden meegewogen in overwegingen om detentie te verlengen, maar dit gebeurt in de praktijk niet.
  • Volgens de wet moeten gedetineerden schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de rechtsgrond voor hun detentie en hoe ze deze kunnen aanvechten. In de praktijk worden de redenen voor verlenging van de detentie soms  met vertraging meegedeeld. 
  • Gedetineerden krijgen informatie over hun rechten en de diensten die voor hen beschikbaar zijn in detentiecentra. Er wordt echter geen gebruik gemaakt van tolken, zodat dit in de praktijk niet effectief is en er wordt geen informatie verstrekt over het vaststellen van staatloosheid.
  • Er is geen automatische, periodieke beoordeling van de detentie voor een rechtbank of een onafhankelijke instantie, tenzij de detentie door de minister wordt verlengd tot vijf maanden. In dat geval moet de rechtmatigheid van de verlenging beoordeeld worden door de rechtbank.
  • Gedetineerden hebben toegang tot een rechtbank om hun detentie aan te vechten, maar er is een gekwalificeerde advocaat nodig, de rechterlijke beoordeling is beperkt tot de rechtmatigheid van de detentie (niet de gepastheid) en de bevoegde rechtbanken zijn niet noodzakelijkerwijs gespecialiseerd in immigratierecht.
  • Gratis rechtsbijstand is beschikbaar en wordt gegarandeerd door de grondwet. 
  • Er zijn geen richtlijnen voor het proces van het opnieuw verstrekken van documenten, dit gebeurt ad hoc en is gebaseerd op de werkwijze van de betrokken consulaire autoriteiten.Er is een maximumtermijn in de wet vastgelegd. Detentie is toegestaan voor een eerste periode van twee maanden. De detentie kan alleen worden verlengd als de noodzakelijke stappen voor uitzetting binnen zeven dagen na de vrijheidsberoving zijn genomen, met de nodige zorgvuldigheid, en als er een redelijk vooruitzicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn. De detentie kan door de minister met nog een maand worden verlengd, maar mag niet langer duren dan vijf maanden, behalve in gevallen van openbare orde of nationale veiligheid, dan mag detentie niet langer duren dan acht maanden.
  • De vreemdeling wordt automatisch vrijgelaten zodra de maximale detentieperiode is verstreken. Staatloosheid zou kunnen worden meegewogen in overwegingen om detentie te verlengen, maar dit gebeurt in de praktijk niet.
  • Volgens de wet moeten gedetineerden schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de rechtsgrond voor hun detentie en hoe ze deze kunnen aanvechten. In de praktijk worden de redenen voor verlenging van de detentie soms  met vertraging meegedeeld. 
  • Gedetineerden krijgen informatie over hun rechten en de diensten die voor hen beschikbaar zijn in detentiecentra. Er wordt echter geen gebruik gemaakt van tolken, zodat dit in de praktijk niet effectief is en er wordt geen informatie verstrekt over het vaststellen van staatloosheid.
  • Er is geen automatische, periodieke beoordeling van de detentie voor een rechtbank of een onafhankelijke instantie, tenzij de detentie door de minister wordt verlengd tot vijf maanden. In dat geval moet de rechtmatigheid van de verlenging beoordeeld worden door de rechtbank.
  • Gedetineerden hebben toegang tot een rechtbank om hun detentie aan te vechten, maar er is een gekwalificeerde advocaat nodig, de rechterlijke beoordeling is beperkt tot de rechtmatigheid van de detentie (niet de gepastheid) en de bevoegde rechtbanken zijn niet noodzakelijkerwijs gespecialiseerd in immigratierecht.
  • Gratis rechtsbijstand is beschikbaar en wordt gegarandeerd door de grondwet. 
  • Er zijn geen richtlijnen voor het proces van het opnieuw verstrekken van documenten, dit gebeurt ad hoc en is gebaseerd op de werkwijze van de betrokken consulaire autoriteiten.
  • Mensen die worden vrijgelaten uit detentie krijgen een bevel om het grondgebied te verlaten en krijgen geen identificatiedocumenten. 
  • Zonder documentatie hebben personen die worden vrijgelaten uit detentie zeer beperkte rechten, zoals enkel toegang tot dringende medische zorg.
  • De cumulatieve tijd in detentie wordt niet meegeteld voor de maximumtermijn, aangezien er steeds een nieuwe beslissing wordt genomen wanneer een persoon opnieuw wordt gedetineerd.
  • Er is slechts beperkte informatie beschikbaar over de vraag of staatloosheid wordt behandeld in terugname- en overnameovereenkomsten die België heeft gesloten als EU-lidstaat, Benelux-lidstaat of bilateraal met derde landen. De tekst van de EU-overeenkomsten is openbaar en de Benelux-overeenkomsten kunnen op verzoek worden geraadpleegd. Naast deze overnameovereenkomsten heeft België ook bilaterale Memoranda  van Overeenstemming (MoUs) inzake overname gesloten, die niet openbaar zijn. De Dienst Vreemdelingenzaken gaf geen toestemming om de tekst van relevante MoUs te bekijken, maar zegt dat staatloosheid niet systematisch wordt behandeld in deze overeenkomsten.
  • Volgens de Vreemdelingenwet moet de minister bij een besluit tot uitzetting rekening houden met het belang van het kind, maar er is geen informatie over de vraag of dit ook wordt toegepast met betrekking tot het recht op een nationaliteit.

Voorkomen en verminderen

Beoordeelt de toereikendheid van waarborgen in de nationaliteitswetgeving om staatloosheid te voorkomen en te beperken. Hieronder vallen vereenvoudigde naturalisatietrajecten voor staatlozen en de bescherming van kinderen die anders staatloos zouden zijn indien ze op het grondgebied of bij onderdanen in het buitenland zijn geboren, alsook te vondeling gelegde en geadopteerde kinderen. Onderzoekt de wetgeving, het beleid en de praktijk op het gebied van geboorteregistratie, waaronder de toegang tot late geboorteregistratie en de maatregelen die staten hebben genomen om staatloosheid in situ te voorkomen en te beperken. Analyseert bepalingen inzake het verlies van nationaliteit en of er maatregelen bestaan met betrekking tot het afstand doen en het ontnemen van de nationaliteit om te voorkomen dat staatloosheid kan optreden.

Er zijn enkele waarborgen ter voorkoming en beperking van staatloosheid in België, maar er bestaan ook enkele hiaten. Voor staatlozen met een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur is bij wet bepaald dat de naturalisatie enigszins kan worden versoepeld, maar dit wordt in de praktijk zelden toegepast. Een kind dat op het grondgebied is geboren zonder enige andere nationaliteit is Belgisch volgens de wet, maar in de praktijk zijn verdere stappen nodig om te bewijzen dat het kind ervoor in aanmerking komt en ligt de bewijslast bij de aanvrager. Vondelingen krijgen automatisch de Belgische nationaliteit, maar de regering heeft verklaard dat deze bepaling alleen geldt voor pasgeborenen. Ook in adoptieprocedures bestaat er een risico op staatloosheid vanwege de regels over het verlies en de verwerving van de Belgische nationaliteit. Een kind dat in het buitenland is geboren met Belgische ouders, krijgt automatisch de Belgische nationaliteit als ten minste één van de ouders ook in België is geboren. Anders moeten de ouders verdere actie ondernemen voordat het kind vijf jaar is. Alle geboorten moeten in België worden geregistreerd, ongeacht de status van de ouders, maar ambtenaren van de burgerlijke stand moeten mensen zonder papieren aangeven bij de immigratieautoriteiten; latere registratie in het Rijksregister (een voorwaarde voor toegang tot andere rechten) is alleen mogelijk als ten minste één ouder (of het kind) legaal in België verblijft. Er bestaan waarborgen om staatloosheid te voorkomen in alle bepalingen van de Belgische wet met betrekking tot het verlies en de ontneming van de nationaliteit, behalve in het geval van fraude.

  • Staatlozen kunnen na twee jaar legaal verblijf naturalisatie aanvragen via het parlement als hun verblijfsrecht een onbepaalde duur heeft.  De meeste staatlozen hebben echter in aanvankelijk een humanitaire verblijfsvergunning van bepaalde duur of helemaal geen verblijfsvergunning. Hierdoor wordt de vereenvoudigde regeling in de praktijk bijna nooit toegepast.
  • Voor de vereenvoudigde parlementaire procedure is verblijf de enige voorwaarde, maar in de praktijk worden taal- en integratievereisten toegepast naar goeddunken van de bevoegde parlementaire commissie.
  • Staatlozen kunnen ook de nationaliteit aanvragen via de reguliere procedure (na een verblijf van vijf jaar), maar er zijn geen vrijstellingen voor staatlozen en er  is een vergoeding van 150 euro per aanvraag die geldt voor alle volwassenen. 
  • De toekenning van de nationaliteit kan worden geweigerd op grond van 'laakbaar gedrag'. Dit is een slecht gedefinieerd begrip en wordt in de praktijk ruim toegepast.
  • De Belgische wet bepaalt dat een kind dat in België geboren is de Belgische nationaliteit heeft als het anders geen andere nationaliteit  zou hebben op enig moment voordat het 18 jaar wordt (of ontvoogd). 
  • De bepaling geldt automatisch volgens de wet, maar in de praktijk moet worden bewezen dat aan de voorwaarden en vereisten van de wet is voldaan en ligt de bewijslast bij de aanvrager of de wettelijke vertegenwoordiger.
  • Er wordt niet vereist dat de ouders ook staatloos zijn, noch dat zij of het kind aan een periode van (legaal) verblijf voldoen.
  • De wet bepaalt dat het kind geen Belg is als het een andere nationaliteit kan krijgen door het toedoen van zijn ouders (bijvoorbeeld door de consulaire autoriteiten te benaderen), maar de jurisprudentie heeft verduidelijkt dat dit als een uitzondering moet worden beschouwd en niet van toepassing is als de ouders niet in staat zijn om een aanvraag in te dienen bij de consulaire autoriteiten van hun land van herkomst, bijvoorbeeld  als ze vluchteling zijn.
  • Er is geen federale vergoeding voor dergelijke aanvragen door kinderen, maar sommige gemeenten vragen de betaling van een administratieve vergoeding.
  • Van een vondeling wordt bij de geboorte automatisch aangenomen dat het een Belg is tot het tegendeel is bewezen.
  • Bij de toetreding tot het Verdrag van 1961 verklaarde België dat de bepaling inzake vondelingen alleen van toepassing is op een pasgeboren kind dat in België wordt aangetroffen. Het is niet duidelijk hoe dit in de praktijk wordt toegepast.
  • De nationaliteit van vondelingen kan alleen worden ingetrokken wanneer het kind een andere nationaliteit verwerft voordat het 18 is (of ontvoogd).
  • Een minderjarige die geadopteerd is door een onderdaan of onderdanen van een ander land en de nationaliteit van dat land verwerft of reeds bezit, verliest de Belgische nationaliteit. 
  • Er zou een risico op staatloosheid kunnen bestaan in de procedure, maar er is geen informatie beschikbaar over hoe dit in de praktijk werkt. 
  • Een minderjarige vreemdeling (jonger dan 18 jaar) die door onderdanen wordt geadopteerd, verwerft de nationaliteit op de dag dat de adoptie van kracht wordt, ofwel automatisch als het kind of een van de adoptieouders in België is geboren of als het kind de nationaliteit van geen enkel ander land heeft verworven; ofwel door een verklaring als noch het kind noch de ouder in België is geboren. In dit geval moet de ouder een verklaring afleggen binnen vijf jaar nadat de adoptie van kracht is geworden en voordat het kind 18 jaar is.
  • Kinderen geboren uit onderdanen in het buitenland  verwerven automatisch de nationaliteit door afstamming als ten minste één van de ouders de nationaliteit heeft en in het land is geboren, of als het kind de nationaliteit van geen enkel ander land heeft verworven; of door een verklaring als geen van de ouders in België is geboren. In dit geval moet(en) de ouder(s) binnen vijf jaar na de geboorte een verklaring afleggen opdat het kind de nationaliteit verwerft.
  • Er gelden geen discriminerende voorwaarden.
  • De wet bepaalt dat alle geboorten worden geregistreerd in het geboorteregister en dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboortegemeente binnen 15 dagen na de geboorte een geboorteakte afgeeft, ongeacht de wettelijke status en/of papieren van de ouder. Alle geboorteakten worden bewaard in het register van de burgerlijke stand en worden alleen op verzoek aan ouders verstrekt.
  • Als de ouders de geboorte niet binnen 15 dagen aangeven, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand  ambtshalve de geboorteakte op, op basis van de informatie in de geboorteaangifte. Als er geen getuigen waren van de geboorte en de ambtenaren van de burgerlijke stand niet binnen 15 dagen op de hoogte zijn gesteld, kan de registratie later plaatsvinden, na een rechterlijke uitspraak, waarvoor gerechtskosten verschuldigd zijn.
  • Geboortes worden routinematig geregistreerd, maar er zijn aanwijzingen dat sommige kinderen problemen ondervinden bij de correcte geboorteregistratie in België, zoals kinderen die zijn geboren via draagmoederschap in het buitenland of wanneer er problemen zijn geweest bij het vaststellen van de afstamming. Onlangs is de praktijk enigszins verbeterd met betrekking tot kinderen die via een draagmoeder zijn geboren.
  • De nationaliteit van het kind wordt niet geregistreerd bij de geboorteregistratie. Dit zou echter wel moeten om vragen van internationaal privaatrecht op te lossen (zoals afstamming en naam). In de praktijk is dit niet altijd mogelijk. In dat geval wordt de Belgische wet toegepast. 
  • De nationaliteit wordt geregistreerd tijdens de daaropvolgende inschrijving in het Rijksregister, die wordt uitgevoerd door de gemeente waar de ouders wonen (of de Dienst Vreemdelingenzaken als ze zijn geregistreerd als verzoeker om internationale bescherming). Inschrijving in het Rijksregister is alleen mogelijk als ten minste een van de ouders een legale verblijfsstatus heeft (of als het kind zelf een legale verblijfsstatus kan krijgen). Nationaliteit wordt geregistreerd op basis van een nationaal paspoort of een attest van Belgische nationaliteit. Als de nationaliteit niet kan worden vastgesteld, wordt het kind geregistreerd met een 'onbepaalde nationaliteit'. Als het kind niet kan worden geregistreerd in het Rijksregister, heeft het kind in feite geen papieren en slechts beperkte toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, enzovoort.
  • Ambtenaren, inclusief ambtenaren van de burgerlijke stand, zijn verplicht om migranten zonder papieren aan te geven bij de  Dienst Vreemdelingenzaken.
  • Er  is geen bewijs van specifieke acties door de Belgische autoriteiten om hervormingen door te voeren die gericht zijn op het beperken van staatloosheid, noch om geboorteregistratie te bevorderen bij risicogroepen (zoals Palestijnen, Koerden en kinderen die het risico lopen staatloos te worden als gevolg van problemen met het bewijzen van afstamming of door genderdiscriminerende nationaliteitswetten).
  • Er bestaat een maatregel tegen staatloosheid in alle bepalingen die het mogelijk maken de Belgische nationaliteit te ontnemen, behalve als de nationaliteit door fraude werd verkregen. In dit geval, zelfs als de persoon geen andere nationaliteit heeft, zal de ontneming van de nationaliteit worden bevolen na het verstrijken van een redelijke door de rechtbank bepaalde periode, om de persoon de gelegenheid te bieden te proberen zijn oorspronkelijke nationaliteit terug te krijgen.
  • Volgens de Belgische wet kan de nationaliteit worden ontnomen in het kader van de nationale veiligheid (schending van ernstige plichten, veroordeling voor bepaalde misdrijven, terroristische misdrijven, enz.), hoewel er in deze gevallen een maatregel tegen staatloosheid bestaat.
    Kinderen verliezen hun nationaliteit niet wanneer een ouder de Belgische nationaliteit wordt ontnomen. Als een ouder de Belgische nationaliteit verliest op een andere manier dan door ontneming, verliezen kinderen jonger dan 18 jaar die niet ontvoogd zijn automatisch hun Belgische nationaliteit, behalve als ze daardoor staatloos zouden worden.
  • De Belgische wet behandelt onderdanen die naturalisatie hebben ondergaan minder gunstig dan diegenen die de nationaliteit door afstamming/geboorte hebben verkregen, aangezien deze laatsten in bepaalde gevallen zijn beschermd tegen ontneming.

Bronnen

Bibliotheek met hulpmiddelen, juridische instrumenten, publicaties en trainingsmateriaal over staatloosheid, specifiek relevant voor dit land. Meer regionale en internationale materialen alsmede hulpmiddelen uit andere landen, zijn beschikbaar in de Hulpmiddelenbibliotheek. Binnenlandse jurisprudentie kan worden geraadpleegd in de Statelessness Case Law Database (met samenvattingen beschikbaar in het Engels).

NB: deze sectie is momenteel nog in ontwikkeling. Kom snel terug voor meer informatie.

Jurisprudentie: Uitspraken en beslissingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het Hof van Justitie van de Europese Unie of VN-verdragsorganen met betrekking tot het betreffende land, die staatloosheid betreffen of van invloed zijn op de rechten van staatlozen.

Internationale en regionale verdragen: Geeft een opsomming van de vier kernverdragen over staatloosheid. Informatie over de vraag of het land partij is bij deze verdragen en relevante voorbehouden is hierboven beschikbaar onder 'Internationale en regionale instrumenten'.

Publicaties: Rapporten, instructies, bijdragen aan toezichtmechanismen voor mensenrechten en andere relevante publicaties over staatloosheid.
Opleidingsmaterialen: Opleidingsmaterialen ter ondersteuning van capaciteitsopbouw en training over staatloosheid.

Latest news on Belgium

Updated INDEX thematic briefing: Birth registration and the prevention of statelessness in Europe

Read our updated briefing on birth registration and the prevention of statelessness
20 nov 2024 / Albania / Austria / Belgium / Bosnia-Herzegovina / Bulgaria / Council of Europe / Croatia / Cyprus / Czechia / European Union / France / Georgia / Germany / Global / Greece / Hungary / Ireland / Italy / Kosovo / Latvia / Malta / Moldova / Montenegro / Netherlands / North Macedonia / Norway / Poland / Portugal / Prevention and reduction / Romania / Serbia / Slovenia / Spain / Sweden / Switzerland / Türkiye / Ukraine / United Kingdom
Image for the WEBINAR: 2024 State of Play Assessment on Statelessness in Europe

WEBINAR: 2024 State of Play Assessment on Statelessness in Europe

In conversation with experts working in different countries, we presented our annual state of play assessment of key trends on statelessness in...
22 mrt 2024 / Albania / Austria / Belgium / Bosnia-Herzegovina / Bulgaria / Council of Europe / Croatia / Cyprus / Czechia / Detention / European Union / France / Georgia / Germany / Global / Greece / Hungary / International and Regional Instruments / Ireland / Italy / Kosovo / Latvia / Malta / Moldova / Montenegro / Netherlands / North Macedonia / Norway / Poland / Portugal / Prevention and reduction / Romania / Serbia / Slovenia / Spain / Statelessness determination and status / Statelessness population data / Sweden / Switzerland / Türkiye / Ukraine / United Kingdom

Belgian municipalities incentivised to withdraw nationality of Palestinian children

Since August 2023, the Belgian Immigration Office has exchanged correspondence with several municipalities in Belgium incensitivising to withdraw the...
20 mrt 2024 / Belgium / Prevention and reduction

Project funded by: